Vrouwen en mannen hebben in Nederland dezelfde rechten, maar hun positie is vaak niet gelijk. Op veel gebieden is sprake van een achterstand van vrouwen. Vrouwen nemen minder deel aan de arbeidsmarkt en de beloning van werk is niet gelijk. Ook de verdeling van zorgtaken is nog niet in balans.
Dat we allemaal vooroordelen hebben over wat mannelijk en vrouwelijk is en wie wat voor rol heeft in de maatschappij draagt daaraan bij. Op Internationale Vrouwendag roep ik de volgende lichting gemeenteraadsleden op om de achterkamers niet te schuwen voor meer gelijkheid.
Vrouwen vervullen nog altijd twee keer zoveel zorgtaken als mannen, verdienen in een werkend leven gemiddeld €300.000,- minder salaris dan een man en hebben geen gelijke kansen op gezondheid omdat wetenschappelijk onderzoek in de zorg van oudsher gebaseerd is op het mannenlichaam. Al deze ongelijkheden hebben te maken met onbewuste en bewuste vooroordelen over de rol van vrouwen en mannen.
Mannen zijn ambitieuzer, toch?
Beeldvorming in de media speelt hierin een sleutelrol, want beelden en woorden beschrijven niet alleen de werkelijkheid, ze schrijven ook voor hoe wij de werkelijkheid zien. Gender bias betekent letterlijk gendervooroordelen. Het komt er bijvoorbeeld op neer dat we de competenties van mannen automatisch (en vaak volledig onbewust) hoger inschatten dan die van vrouwen. En ook dat we de ambities ongelijk inschatten.
Dit heeft verregaande gevolgen. Zo krijgen vrouwelijke ondernemers structureel minder financiering van banken dan mannelijke ondernemers. In functioneringsgesprekken krijgen vrouwen vagere feedback dan mannen en worden ruim 2 keer zo vaak als mannen aangesproken op hun “agressieve” manier van communiceren. Wat bij een man als assertief wordt gezien, is bij een vrouw agressief.
Vrouwelijke statushouder achtergesteld
Vrouwen belanden na een scheiding 2,5 keer vaker dan mannen onder de armoedegrens. Maar mannen zitten in onze gemeente relatief vaker in een traject richting werk. Dit verschil wordt nog groter als het om statushouders gaat. Vaak zijn overtuigingen en aannames bij beleidsmakers, uitvoerders, maar ook bij de doelgroep zelf een struikelblok voor gelijke kansen.
Zo’n overtuiging kan bijvoorbeeld zijn dat vrouwen liever zorgen dan werken en mannen liever werken dan zorgen. Het kan een gedachte of een idee van een beleidsmaker zijn die niet aan de werkelijkheid wordt getoetst. Een aanname bij de doelgroep kan zijn dat werken financieel onvoldoende loont.
Eerst aannames op tafel, dan pas kijken naar oplossing
Wat zou het voor de gelijke kansen van mannen en vrouwen betekenen als overtuigingen en aannames van beleidsmakers, uitvoerders en inwoners op tafel worden gelegd? Dat eerst het gesprek daarover wordt gevoerd, voordat er naar een oplossing wordt gekeken? Als gemeenteraadslid ben ik afgelopen jaren meerdere keren buiten de raadszaal het gesprek aangegaan met beleidsmakers. Natuurlijk moet het gesprek over gelijke kansen ook in de raadszaal en in de media gevoerd worden. Maar daag in de achterkamers ook beleidsmakers uit om hun aannames en overtuigingen over bijvoorbeeld mannen en vrouwen te delen.
Als je met elkaar in gesprek gaat om elkaars aannames en overtuigingen te toetsen, dan worden deze waardevol en gaan ze bijdragen aan het ophelderen van vraagstukken en het bereiken van gezamenlijke doelen. En hopelijk inspireert het de beleidsmakers om hetzelfde gesprek ook te voeren met collega’s, samenwerkingspartners en gebiedsteammedewerkers. En dat zo de bal nog effectiever richting gelijkheid gaat rollen.
Kandidaat raadslid, ik wens je een succesvolle verkiezingsuitslag en vergeet naast de raadszaal en de media deze gesprekken over gelijkheid in de achterkamers niet.
Janneke van Heugten, raadslid PRO21
Gebruikte bronnen voor dit artikel: College voor de Rechten van de Mens, Atria, Nibud & WomenInc